top of page

Gastlessen & Lezingen

027_220130-ANNE-_SA70139_PETRADEMUNCK_LR.jpg

 

 

Met Rouwkost & Krachtvoer wil ik het onderwerp zelfdoding meer bespreekbaar maken. Het taboe doorbreken.

​

Ik geloof dat we veel voor elkaar kunnen betekenen door onze gedachten en gevoelens te delen. Door elkaar onze verhalen te vertellen. Door naar elkaar te luisteren.

​

​

Het onderwerp zelfdoding blijkt een lastig onderwerp om over te praten - zowel voor mensen die er in gedachten mee bezig zijn, als voor nabestaanden. In sommige families wordt een zelfdoding jarenlang doodgezwegen. In bijna alle gevallen vindt ook de omgeving het lastig om erover in gesprek te raken. Er hangt een donkere sluier over het onderwerp. 


In mijn gastlessen en lezingen leg ik het onderwerp zelfdoding open op tafel en stimuleer ik het gesprek: in plaats van weg te kijken, kijken we het onderwerp vol aan. Dat is niet makkelijk. Het vraagt een open en respectvolle houding van de deelnemers. De winst is dat deze openheid vaak mooie gesprekken oplevert en dat deelnemers het onderwerp daarna minder uit de weg zullen gaan. Alle vragen mogen worden gesteld.

 

Bij een gastles of lezing vertel ik mijn persoonlijke verhaal. Ik ga in op de zelfdoding van mijn man Erik, en wat dat voor ons betekent. Na Eriks overlijden ben ik gaan lezen over zelfdoding. Toen bleek dat er wel degelijk signalen zijn geweest, maar ik heb ze niet geregistreerd - omdat ik er niet op bedacht was.

 

Ik plaats onze situatie in een kader: jaarlijks vinden er in Nederland zo’n 1825 zelfdodingen plaats. Dat betekent een heel legertje aan achterblijvers per zelfdoding: familie, vrienden, collega’s, buren. Het is hard, maar veel mensen krijgen vroeg of laat met een zelfdoding in hun omgeving te maken. Hoe kunnen (semi-)professionals zoals hulpverleners, docenten, leidinggevenden en kerkelijk werkers zich inzetten om in gesprek te gaan met iemand die depressieve gevoelens heeft? En hoe kunnen zij helpen om nabestaanden (beter) op te vangen en te begeleiden?

Bij gastlessen gaan we de diepte in. We oefenen het aangaan van een gesprek. We onderzoeken samen:

​

  • Hoe is een zelfdoding anders dan andere sterfgevallen?

  • Wat maakt een gesprek over zelfdoding moeilijk?

  •  Welke emoties spelen er rondom een zelfdoding, bij de direct betrokkenen, maar ook bij mensen op grotere afstand?

  • Hoe kun je met achterblijvers omgaan: wat helpt, en wat juist niet? 

  • Welke woorden gebruik je?

  • Dagen van betekenis: verjaardag, sterfdag, feestdagen. Hoe kun je medeleven tonen?

  • Rouwen: verlies erkennen, verlies en pijn ervaren, jezelf hervinden en het leven opnieuw vormgeven, herinneren en zingeven.

  • Hoe kijk je vanuit jouw (professionele) rol naar een zelfdoding? Hoe ga je er mee om?

  • Wat zeggen het geloof en de kerk over zelfdoding? Wat kan een kerkgemeenschap betekenen rondom zelfdoding?

  • Hoe kun je re-integratie van een nabestaande vormgeven?

  • Hoe kun je vormgeven aan een rouwproces op school of op het werk na de zelfdoding van een medestudent of collega?

  • Hoe ga je om met iemand in je directe omgeving die zwaarmoedig is, van wie je vermoedt dat hij of zij misschien nadenkt over zelfdoding?

bottom of page